Journalist en politicoloog Koen Haegens zocht voor de laatste fase van zijn boek ‘Op zoek naar de verstrooide tijd’ een rustige plek om te schrijven. Ver weg van de drukte thuis en alle dagelijkse prikkels. ‘Dat laatste raakte aan de centrale vraag van mijn boek’, aldus Haegens. ‘Hoe kan het dat we van elk moment ten volle willen genieten, maar ondertussen al swipend en scrollend smijten met de uren alsof het niets is?’ Drie maanden lang verbleef hij als journalist-in-residence op Buitenplaats Doornburgh. Los van de waan van de dag om te schrijven over verstrooide tijd.
Haegens is al zijn hele leven gefascineerd door tijd. In zijn debuut ‘Neem de tijd’ signaleerde hij de opkomst van een ‘haastmaatschappij’. Een maatschappij waarin mensen harder lopen, korter slapen en zelfs sneller praten dan vroeger. Door een ingrijpende gebeurtenis werd hij geconfronteerd met dat andere mysterie. ‘Drukte is een statussymbool geworden. Toch strooien mensen met de tijd alsof ze zichzelf onsterfelijk wanen. Ze vullen haar met swipen, scrollen, zappen en andere bezigheidjes waar we weinig waarde aan zeggen te hechten.’
‘Het scheelde héél erg weinig of ik was er niet meer geweest. Een van mijn voornemens was om voortaan meer bewust met mijn tijd om te gaan.’
Is je nieuwe boek een pleidooi tegen social media?
‘Integendeel. Het staat buiten kijf dat er heel veel voordelen aan de online wereld zitten. Mijn werk is er in ieder geval heel wat gemakkelijker op geworden. Maar er zit een soort bovengrens aan tot waar het mediagebruik positief is. In de jaren 90 is er onderzoek gedaan naar televisie kijken. Na een tijdje gingen mensen zich slechter voelen over zichzelf, maar ze konden zich ook niet losmaken van het beeldscherm. Iets soortgelijks gebeurt nu met de hedendaagse schermpjes.’
Waar ontstond de fascinatie om dit boek te schrijven?
‘Drie jaar geleden belandde ik van het ene op het andere moment in het ziekenhuis. Gescheurde aorta. Het scheelde héél erg weinig of ik was er niet meer geweest. Een van mijn voornemens was om voortaan meer bewust met mijn tijd om te gaan. Nooit meer zomaar dingen te doen. Dat hoor je wel vaker van mensen die ernstig ziek zijn geweest of de dood in de ogen hebben gekeken. De tijd is opeens niet meer de eeuwigheid.
Toch merkte ik ook dat ik na een jaartje terugviel in mijn oude schermtijdgebruik. En daar ontstond de fascinatie. Wat gebeurt er nu precies als we onszelf even verliezen? Hoe kan het dat we uren spenderen achter onze telefoonschermen, zonder dat daar een duidelijke beslissing achter zit?
En?
Dat ligt deels aan de smartphone zelf met z’n geluiden en trillingen, maar dat is slechts één kant van het verhaal. In hoeverre is het de schuld van Facebook, Twitter en andere exponenten van wat ook wel de ‘aandachtseconomie’ genoemd wordt? Ik wil niet die strenge dominee zijn met het wijzende vingertje. Niet al je tijd hoeft nuttig besteed te zijn. Daar gaat het mij ook helemaal niet om. Het verschilt ook per mens wat verstrooide tijd is. Het gaat mij om het mechanisme. Dat men andere dingen wil doen, maar het toch niet kan doen.’
Jij wilde zelf ook weg van die dagelijkse prikkels en verstrooide tijd om het boek te schrijven.
Absoluut! De mogelijkheid om resident van Doornburgh te worden kwam echt heel goed uit. Ook het thema waar kunstenaars bij Doornburgh dit jaar aan werken – Prikkel – vond ik mooi aansluiten bij mijn boek.’
Hoe was het om ineens in een prikkelarme omgeving te schrijven over haast?
‘De omgeving was echt tegenovergesteld aan waar mijn boek over gaat. Het is niet voor niets een voormalig klooster. Alles staat er in het teken van concentratie en aandacht. Vroeger voor het hogere, nu voor kunst en aardse zaken. En ja, ook verstrooiing ligt er nog steeds op de loer. Het is er heel stil en er is weinig te doen dus de neiging om je telefoon te pakken is best groot. Ik heb daarom een strak ritme voor mijzelf gemaakt. Ik stond op, ontbeet, ging schrijven. ‘s Avonds las ik: filosofen, sociologen en kunstenaars die over de verstrooide tijd hebben nagedacht. Als ik even vast zat, of twijfelde aan de opbouw van een hoofdstuk, ging ik tussendoor wandelen of rennen. Zodra ik dan terugkwam, was mijn hoofd weer leeg en de puzzel opgelost. Perfect.’
‘Het was interessant om, tussen het schrijven door, te praten met mensen die op heel andere manieren bezig zijn met een thema.’
‘Doornburgh ligt in een prachtige omgeving. Zodra ik de deur uit stapte, stond ik in een prachtig park met heel veel oude bomen. En er was de Vecht. Je zit tussen de villa’s waar de Amsterdamse elite honderden jaren geleden haar vrije tijd doorbracht. Naast ikzelf waren er ook enkele kunstenaars die in de Buitenplaats woonden en werkten. Zo was er een stel uit Zuid-Korea – zij maakte echt fantastische, enorme schilderijen. Het was interessant om, tussen het schrijven door, te praten met mensen die op heel andere manieren bezig zijn met een thema.’
‘Ik heb een van de laatste nonnen die hier tot een jaar of vijf geleden verbleef ook geïnterviewd. Al in de Middeleeuwen schijnen monniken en nonnen last te hebben gehad van verveling door uren in hun kloostercel te zitten. Het idee is dat je door verveling door een soort van woestijn gaat en er aan de andere kant beter uitkomt. Het helpt je verder. Zodra wij al het gevoel van verveling krijgen, verdrijven we het met de telefoon. Zo kom je dus niet verder, maar blijf je steeds op hetzelfde niveau hangen.’
Heeft het boek je een andere perceptie gegeven van tijd?
‘Wist je dat vroeger verveling vooral iets voor rijke mensen was? Armere mensen hadden daar geen tijd voor. Nu word je om de oren geslagen met yoga- en mindfullnes-cursussen om je maar bewust en in het nu te laten leven, je te laten vertragen. Maar stressen is iets wat we als maatschappij als geheel doen. We zijn sinds de jaren 50 vijftig procent sneller gaan praten en we zijn ook veel sneller gaan lopen! We moeten afrekenen met het idee dat tijd verspild kan worden. En tegelijkertijd met het idee dat we een chronisch gebrek aan tijd ervaren, maar ook uren ‘ zomaar’ naar een scherm kunnen staren.’
‘Ik wil vaststellen wat dat precies is, die verstrooide tijd – en welke verklaringen hier in de loop van de eeuwen voor zijn gegeven. Maar uiteindelijk hoop ik vooral te ontdekken hoe een andere, ‘diepere’ tijdsbeleving eruit kan zien. Voor onszelf én als maatschappij.’
‘Op zoek naar de verstrooide tijd’ verschijnt in april 2023 bij Ambo Anthos.