Voorjaar 1975 stapte Margot het pas geopende vrouwenhuis in Groningen binnen. Toentertijd moest haar dochter, Martine van Rooijen, niets hebben van dat vrouwenhuis en die vreselijke vriendinnen. Ze zag hoe belangrijk het was voor haar moeder, maar begreep niet waarom en hoefde dat ook niet te weten. Ruim veertig jaar later zocht ze een antwoord, verdiepte zich in het leven van haar moeder en interviewde de feministische vriendinnen van toen en las stapels gestencilde blaadjes met notulen en verslagen. Aan de hand daarvan reconstrueert zij het leven van haar moeder en komt erachter wat voor rol het Groningse Vrouwenhuis speelde bij de emancipatie van haar moeder.
Home » Publicaties » De vreselijke vriendinnen van mijn moeder